Bekkenbodemkinesitherapie

Wat is de bekkenbodem ?

De bekkenbodem is een spiergroep die de volledige onderzijde van het bekken afdekt. Zoals de naam het zelf zegt is deze spiergroep de “bodem van het bekken”. De bekkenbodemspieren vertrekken vooraan ter hoogte van het schaambeen en hechten achteraan aan op het staartbeentje. In dwarse richting lopen ze ook naar de zitbeenknobbels. Ze bestaan uit een oppervlakkige en een diepe laag.

De bekkenbodem heeft 4 belangrijke functies :

• De steunfunctie : de bekkenbodemspieren zorgen voor een dynamische ondersteuning van de organen in het kleine bekken (blaas, baarmoeder, endeldarm).

• De sluitende en openende functie:  de bekkenbodem zorgt ervoor dat we op het gewenste moment en op de gewenste plaats kunnen plassen, ontlasten, windjes laten en dat we dit eveneens kunnen ophouden indien nodig.

• De seksuele functie : de bekkenbodem maakt seksuele betrekkingen mogelijk en speelt een rol in het opbouwen en onderhouden van een orgasme

• De stabiliserende functie : de bekkenbodem vormt samen met de rug-, buik-, heup- en bilspieren het centrale spierkorset van het lichaam en draagt bij aan de 'core-stability'.

Indicaties voor bekkenbodemreëducatie (of pelvische reëducatie)

Vaak is er een probleem met de kracht of controle van de bekkenbodem of met de functionele blaascapaciteit. Dit kan verschillende klachten veroorzaken, zoals bvb :

• urineverlies

• frequente aandrang al dan niet met urineverlies

• verlies van stoelgang of winden

• verzakkingen van blaas, baarmoeder, darm

• foutief plasgedrag, moeilijk kunnen plassen, frequente blaasontstekingen

• chronische constipatie

• pelvische pijn

• vaginisme (pijn bij seksuele betrekkingen)

• postoperatieve klachten na prostatectomie of hysterectomie

• bedplassen bij kinderen

Wat houdt bekkenbodemreëducatie in ?

Een goede anamnese (vraaggesprek tussen patiënt en therapeut) probeert in kaart te brengen wat de klachten zijn en wat de hulpvraag is. Een aanvullend klinisch onderzoek van de bekkenbodem kan aantonen waar de oorzaak ligt. Vaak is er sprake van zwakke bekkenbodemspieren, maar even vaak zijn de spieren te gespannen of is er een coördinatieprobleem. Soms gaat het om verkeerde plasgewoontes ed. Aan de hand van beeldmateriaal wordt de anatomie uitgelegd en het probleem besproken. 

Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat kinesitherapeutische interventies zeer gunstige resultaten hebben. Hiervoor bestaan verschillende technieken, zoals spierversterkende oefeningen, leren ontspannen en controleren van de bekkenbodemspieren, blaastraining, plas- en drinkadvies, praktische tips voor aanpassingen in levensstijl enz. Indien nodig wordt gebruik gemaakt van biofeedback en/of electrostimulatie.